vrijdag 27 november 2015

het gras bij buren

Yan bezocht onlangs zijn zus. Na een paar maanden van wat kribbig heen en weer gepraat via social media en een paar weken zwijgen, was er opeens ruimte voor een afspraak. Dat ligt op dit moment meer aan de pubergrillen van zus dan aan Yan.

Helemaal blij is hij er geweest. Van 1 uur 's middags tot half 9 's avonds. En het was superleuk. Het gras bij de pleegouders van zijn zus is vele malen groener dan dat van ons. Alles was meer en beter. Maar Yan is de beroerdste niet en wil ons best wat tips geven voor net zulk groen gras. Het eerste verbeterpunt was het voorafje. Daar eten ze altijd een voorafje en dat beviel Yan wel. Deze keer waren het gebakken garnalen. Zo lekker is dat, hij wil voortaan ook voorafjes.

En verder is het daar veel rustiger dan bij ons. Iedereen zit op zijn eigen kamer en bij het eten tref je elkaar en dat is erg gezellig. Misschien was dat voor ons ook wel iets. Hier zit nooit iemand op zijn kamer of het moet zijn om af te koelen na een wilde bui. Bij zijn zus wonen vier kinderen die allemaal tiener of zelfs twintiger zijn.
Ik heb ons systeem verdedigd, maar nee, dat op je eigen kamer zitten was echt wel wat.

De volgende dag stelde ik Yan voor om na het middageten naar zijn eigen kamer te gaan. Hij kijkt me verbaasd aan. Deed hij iets verkeerd? Is hij woedend? Nee, help ik hem, we gaan doen wat jij wil en dat is ieder op zijn kamer. Ja daaag, zegt hij verontwaardigd. Ik lach hem uit. Zie je wel dat jij dat niet eens kunt? Hij heeft altijd iemand nodig om tegen te praten of schelden of weet ik wat.

Vandaag was Yan chagrijnig. Ik weet niet waarom. Zijn taalgebruik was onbeschoft. Veel 'hee' en 'man' en schuttingtaal. Onder het eten blijft hij proberen om alleen te eten wat hij wil. Uiteindelijk is iedereen klaar en hij zit nog. Ik kon het niet laten om te zeggen dat hij geluk had dat er geen voorafje was, zat hij nog langer.

Daarna ga ik Rachids haar knippen. Toen hij een paar weken terug wegliep, kwam net de kapper. En omdat hij een enorme bos haar heeft, moest er nu toch wel actie worden ondernomen. Yan blijft narrig, maar terwijl ik Rachid knip, zit ik bijna bij Yan op schoot. Hij zit ergerlijk dichtbij op een stoel op zijn mobiel te rommelen en commentaar te leveren. En dat is Yan ten voeten uit. Hij kan niet zonder mensen. Voor hem is op je kamer zitten echt een straf. Hoe bozer hij is, hoe meer hij contact zoekt.
Ik moet denken aan het rustige gezin van zijn zus. Wat zou het heerlijk zijn af en toe als iedereen een paar uur op zijn kamer zat.... Dat heb ik hier niet en nooit gehad. Altijd hangen ze beneden en altijd is er gepraat. Zowel positief als negatief.
Ach, voor ons en de kinderen is de kleur gras precies goed. Ik heb Yan er ook niet meer over gehoord.

woensdag 25 november 2015

sinterklaas

Sinterklaas is bij ons een ingewikkeld thema. Wij geloven er niet in en we fantaseren er ook niet over. De kinderen die we hebben kunnen geen fantasie gebruiken. Een man die bestaat en een aantal weken flink actief meedraait kan nog wel. Maar de ontnuchtering van dat het allemaal fantasie was, dat kan hier niet. Er zijn te veel zaken rond volwassenen die gefantaseerd en ontnuchterd worden. 

Om geloofwaardig en betrouwbaar te blijven, doen we wel aan kadootjes maar niet aan het verhaal. 
Toch ontkomen we er niet aan. Jaren terug bedachten de drie tieners dat het wel grappig was om Rachid van toen vijf jaar een beetje te misleiden. Dus belde er een aan de voordeur en zette een zak kadootjes neer. Vervolgens kwam hij via de achterdeur weer kijken wie er nu weer aan de voordeur kwam. Erg grappig was het. Alleen was Rachid behoorlijk van de leg. Want wij vertelden de waarheid, maar die zak en die bel en wie had dat dan gedaan? 

Pablo kwam als zesjarige diepgelovig binnen. Zijn moeder en de school gingen helemaal op in het geloven in de Sint. De kinderen die er langer waren, lachten hem uit. Je bent wel gek als je dat gelooft en kadootjes krijg je heus wel hoor, ook als je niet gelooft. 

Inmiddels is Pablo acht en weet van de hoed en de rand. Hij vindt het prima zo. Dit jaar dus geen gelovigen voor de Sint dacht ik. Wel trouwe volgers van het Sinterklaasjournaal.
Tot Sam vorige week chocoladeletters onderschepte in m'n keukenkastje. Heee, riep hij, wie heeft die hier gelegd. Ik zei dat ik ze had gekocht en dat hij er een kreeg als het Sinterklaas was. Hij geloofde daar helemaal niets van! Dat kan helemaal niet. Alleen de Sint heeft letters en die was geweest. Hij wist het zeker. 
Toen ik in de winkel de letters aanwees, was hij nog niet overtuigd.  

Gisteren had hij opeens enorme zin in zo'n chocoladeletter. Hij wilde de zijne alvast opeten. Dat mocht niet. Ik zei dat hij hem kreeg als het Sinterklaas is. Heb hem uitgelegd hoeveel dagen dat nog duurde. 
Na een half uur kwam hij er op terug. Hij ging hem wel pakken, want als ik niet geloofde dat de Sint die had gekocht maar ikzelf, dan hoefde hij ook niet te wachten tot vijf december. Dat was pas raar. Wachten op een dag van iemand die niet bestaat! Wat een logica. Ik kon er niet tegenop. 
Slot van het liedje was dat hij heel eigenwijs zijn eigen letter pakte en die openmaakte. 

Sam zit in groep een en is druk in de weer met letters. Er gaat geen dag voorbij of hij tekent er op het bord in de keuken. Keurig netjes. Wij moeten dan 'raden' welke het is. 
Dit jaar zag hij voor het eerst niet een stuk chocolade, maar vooral een perfecte letter. En hoewel hij heel veel zin had om eens flink te beginnen, was de letter zo mooi dat hij een piepklein hapje nam en hem zorgvuldig terugstopte. Hij was zichtbaar onder de indruk van de vorm van de letter. Erg grappig om te zien dat hij hierin ook ouder is geworden. De letter ligt weer netjes in de la. Te wachten op een rare datum van iemand die niet bestaat...

Vanavond deed ik voor het eerst mens-erger-je-niet met hem. Een sinterklaaskado van Yans moeder jaren terug. Uit de tijd dat Yan overladen werd met dure dingen en de anderen sip toekeken en ik me suf compenseerde om ieder toch ongeveer evenveel te laten krijgen. 

Dat spel was voor Yan niet veel bijzonders. Voor Sam is het super. We hebben serieus gespeeld. Eerst deed hij het alleen. De tegenpartij was YolĂ­e, zijn onzichtbare vriend. Omdat Yolie er wel erg bekaaid afkwam en erg diep verloor, deed ik ook een potje. Sam kan het opeens. Hij telt goed, speelt fanatiek maar eerlijk. Ook dankzij de groep een. Voor mij een groot kado. Sam heeft me vaak zorgen gegeven. Of hij niet beschadigd was door de alcohol. Of er geen FAS-kenmerken waren. Die zijn er tot nu toe niet. Hij is slim en bijdehand en leert elke dag een stukje bij. 

En hoewel ik de schurft heb aan spelletjes doen, was dit echt genieten. Deze zorgen kan ik laten varen.


dinsdag 17 november 2015

jongenshuishouden

Zaterdagmiddag mocht Rachid mee jagen. Jaarlijks terugkerend festijn met erwtensoep eten en tot je nek in de slik na afloop. Dit jaar mocht hij delen in de buit. Dus zou er nog een haas bezorgd worden. Ik kreeg spontaan kippenvel. Iehhhh zo'n uitgerekte harige dode haas??? Ik moest er niet aan denken! Rachid ging nog even naar zijn vrienden. Toen de bel later ging en daar een van de jagers stond, heb ik heel hard om man geroepen. Die heeft toen heldhaftig de dode haas bij zijn koude achterpoten gepakt en op de mat gelegd in de bijkeuken. Gelukkig was Sam ook tot tranen toe bewogen met het lot van de arme, lieve haas. Dat maakte dat ik zonder veel gezeur man zijn sappige hazenbout door de neus kon boren en hem het dode beest bij een kennis een straat verderop heb laten bezorgen. 
Ik vond het best een nobel gebaar. Moest wel stiekem, want volgens Rachid worden de jagers niet blij als je de buit doorschuift. Vervolgens zag ik een dag later nog bloeddruppels her en der van die haas.

Ik vond die haas wel echt een jongensding. Ik zie Naomi over een paar jaar niet met zo'n beest rondsjouwen door de blubber. Yan wel. Die heeft een hele serie kogelhulzen gekregen en verheugd zich op de dag dat hij ook mee mag. 
 
Op een of andere manier zijn wij geschikter voor jongens dan voor meisjes, denk ik. Het is in ieder geval een feit dat we door de jaren heen veel vaker zijn benaderd voor een jongen dan voor een meisje. 

Vanwege de jongenservaringen zeg ik dat jongens makkelijker zijn. Dat is vast helemaal niet waar. Misschien is het eerlijker om te zeggen dat ik door de jaren heen jongens beter begrijp? 

Ik ben er van overtuigd dat er duidelijk verschil is tussen jongens en meisjes. Naomi leeft hier als halve jongen met toch duidelijke meisjesdingen. 

Zo zat ik zondag in de kerk met aan de ene kant Yan en aan de andere Naomi. Naomi had het vooral druk met haar nieuwe jurk in de juiste plooien te leggen. Yan had het druk met zijn schoenen. Of schoenen? Het waren enorme modderkluiten. Yan speelt op zijn beste schoenen. Dat krijg ik niet veranderd. Hij is supereigenwijs en ik heb er geen zin in om daar energie in te stoppen. Yan doet rustig een jaar met dezelfde schoenen. En zolang hij dat voor elkaar krijgt, doe ik niet moeilijk. 
Zondag had ik daar even spijt van. Het zag er niet uit. Maar dat interesseert hem werkelijk niets. 

Rachid heeft vergelijkbare logica. Kleren moeten lekker zitten. Dus loopt hij het liefst de hele week in hetzelfde. Ik heb het liefst dat hij maximaal twee dagen in hetzelfde loopt. Dat vindt hij belachelijk. Dus hebben we daar om de dag verschil van mening over. Heel lastig. 
Maar het voordeel is dat Rachid ook niets om kleding geeft. Dus draagt hij wat in de kast ligt, wat ik voor hem koop. Ga ik met hem naar de stad om kleren. Dan vraagt hij hoeveel en van wat er moet komen en binnen een kwartier zijn we uitgewinkeld. Wil ik nog even ergens kijken, prima, maar dan gaat hij wel alvast in de auto zitten. 

Net haal ik de was uit de wasmachine en vind een grote schroef. Gelukkig tussen de was en niet in de geperforeerde slang... Zou niet de eerste keer wezen. Toch maar weer zakken controleren. Ook gaat die was op tenminste 60 graden. Ik krijg het anders gewoon niet schoon. Ook zo'n jongensding. Al besef ik wel dat met een meidengezin de berg strijk aanmerkelijk hoger en bewerkelijker zal zijn.

En door de jongens weet ik vanaf 1 november op de dag af over hoeveel dagen het oudjaar is. Want ja dan gaan we vuurwerk kopen.  We? vraag ik. Ja, en als jij het niet doet, doe ik het illegaal, zegt Yan. Dan neem ik nitraten. Want nitraten zus en nitraten zo en als je nitraten. Ik word helemaal gestoord van de nitraten. Yan is niet te stuiten. Ik roep nu al 2 weken dat het nog weken duurt voor het oudjaar is. Ja, zegt Yan dan verheugd, nog maar zes weken en dan.. En hij begint weer. 

Ik laat me verleiden door te vertellen dat mijn broers lang geleden en iets met strijkers en van die buisjes en als wijze les noem ik onze hond van vroeger die erg doof werd van strijkers en bijna moest worden afgemaakt vanwege die doofheid. 
Die hond die interesseert hem niet, maar dat mijn broers dus weten hoe je kunt knutselen met vuurwerk, dat maakt indruk. Of ze dat nu nog steeds doen. Nee, dat doen ze niet! En ze hebben er ook wel spijt van dat ze zulke gevaarlijke dingen deden. Dat gelooft hij niet. Vuurwerk en stunten is te mooi om spijt te hebben. En spijt daarover hebben, is ook meer voor mietjes....

Van de week was ik te gast bij een gezin met vijf dochters. En terwijl ik er was en de meisje om de beurt aansloten, bedacht ik dat hier geen dode hazen op de mat liggen en geen nitraten onderwerp van gesprek zijn. Het taalgebruik was ook vele malen beschaafder dan ik hier hoor. Het leek me opeens zo kalm en rustig en gelijkmatig zo'n meidengezin.

donderdag 5 november 2015

balans

Sinds twee weken is hier de balans weg. Het leek dat we de draad weer opgepakt hadden na het weglopen van Rachid. Maar dit is toch niet het geval. 

De eerste dagen hield hij zich opvallend rustig. Ik kreeg geen echt contact, maar dat had zijn tijd nodig. Nu twee weken later is het contact nog steeds niet hoe het was. 

Rachid leeft zijn eigen leven. Lijkt steeds te balanceren op grenzen en is voor mij niet te bereiken. Hij zoekt alles zelf uit en nergens hebben we wat mee te maken. Krijgt hij een opmerking over rotzooi op zijn kamer, geen tanden poetsen of een spoor van niet opgeruimde spullen, dan krijg ik een grote mond. Hij is niet vatbaar voor logica. 

Hij kreeg een opknapscooter van iemand. Helemaal voor niets. Dat ding zou het nooit meer doen. Maar binnen een dag doet hij het. En Rachid scheurt met een gang van 75 km/u zonder helm door de polder. Ik hoor dat ook Yan achterop mocht. De gashendel is kapot. Het is of stilstaan of 75 rijden. Ik verbied hem buiten de tuin te komen. Dat weet hij allang, is al weet ik hoeveel keer gezegd. En ik verbied hem iemand achterop te nemen. Probeer het uit te leggen. Als jij met 75 per uur valt, dan lig je minstens in het ziekenhuis en als Yan achterop zit, wordt hij zo gelanceerd dat ik daar helemaal niet aan denken moet. Ik heb het gevoel dat ik hem geen vijf minuten alleen kan laten.

Vanmorgen keek ik maar eens even in zijn schooltas voor hij wegging. In plaats van de gebruikelijke twee koeken per schooldag had hij er vijf meegenomen. En niet 1 flesje drinken maar twee. Op zich niet dramatisch, maar wel beetje asociaal. Toen ik het noemde, zei hij dat hij dat elke dag doet. Ik vond het niet normaal en hij dus wel. 
Klein voorbeeld van hoe het er hier nu voorstaat. Het is niet leuk. Vooral het gevoel hebben de grip te verliezen, vind ik erg lastig. Hij is druk met zijn telefoon en zijn andere leven. Het geeft me een hoop vraagtekens. Ik wil graag wat controle. Wil hem behoeden voor al te hard afglijden. Hij lijkt drempelloos en bodemloos. Ik merk dat ik de hele dag er mee bezig ben in gedachten. 

Zodra de kinderen thuis zijn, gaat het beter. Ik ben meer van de praktische kant geloof ik. Dan is het gewoon doen en kijken hoe het loopt. We proberen blanco te reageren op Rachid, maar wel duidelijk. Hij zal zich moeten voegen naar de paar regels die we hebben. 

Dat hij slecht in zijn vel zit, zie ik ook wel. Dat is het vervelende. Ik veroordeel zijn gedrag en kan me er stevig kwaad om maken zolang hij niet in beeld is. Zie ik hem erbij dan ga ik weer redenen bedenken en nieuwe mogelijkheden om het wel gewoon af te maken tot hij volwassen is. 

Komende week hebben we een gesprek over hoe we nu verder gaan met de voogd en pleegzorgwerker. Dat is heel fijn. Ik voel me niet alleen verantwoordelijk. Het maakt deze dagen wel somber. Op zich gaat het hier goed. De kinderen gaan elke dag met plezier naar school, zijn vrolijk en gelijkmatig. Alleen Rachid niet dus. Een hele toer om de sfeer toch gewoon te laten zijn. Voor je het weet is de hele firma van slag. 

En worden we ook nog benaderd voor een bijplaatsing van een 17-jarige. In eerste instantie zien we het helemaal zitten. Hij zou hier perfect passen. Maar toch doen we het niet. De balans is verstoord en moet eerst weer goed zijn. En daar baal ik ook weer van. Hopen dat er een ander gezin is waar hij past. Ik had de jongens graag een kans gegeven hier. 

Gelukkig sprak ik gisteren een oude vriendin. Zij heeft een puberende dochter van 16. Die was ook niet makkelijk. Ik stond met m'n oren te klapperen. Heel vervelend voor haar, maar mij gaf het wel steun dat het overal wat kan zijn met 16-jarigen.