dinsdag 29 december 2015

risico

We hebben dus een baby. Hij kwam op vrijdagavond. We hadden vier uur voorbereidingstijd en dat was genoeg. Gaandeweg de vier weken dat hij er nu is, heb ik allerlei handige dingen uit kasten en van zolder gehaald. We kunnen vooruit. Maar weten niet of dat moet. 

Het is namelijk nog steeds niet duidelijk of hij hier blijft of verder moet. En dat kost veel energie. Dat we elke nacht tenminste 1 keer voor de fles en een keer of 3 voor een aai over het bolletje eruit moeten, kost minder energie dan deze onzekerheid. 

Moeder wil hem heel erg graag bij ons houden. Jeugdzorg vindt dat we te veel risico nemen. Onze aandacht moet nu naar de vijf kinderen die we hebben gaan. Een baby met bijbehorende contacten kost gewoon te veel energie. Het risico is te groot dat er daardoor vervelende situaties ontstaan. En die vijf die we hebben, die zien ze het liefst allemaal achttien worden bij ons. En dat begrijp ik. Ze hebben inderdaad een punt. 
Maar het is ook een groot punt dat deze moeder niet snel een vreemd pleeggezin zal bezoeken. En het is ook een feit dat deze baby bij ons meer kansen heeft op een betrokken moeder dan elders. 

Het is zo lastig en het kost te veel denkwerk. Er worden allerlei gesprekken gevoerd, want er zijn wel vijf instanties betrokken. En ondertussen zorgen wij voor een lieve, zoete baby. Een kindje wat zich moeiteloos voegt en inpast. Waar vooral Sam en Yan stapelverliefd op zijn. Een kind wat al eenkennig lijkt te reageren op bezoek. Een kind waar we elke dag een beetje moeilijker van los kunnen komen. 

Moeder is op dit moment psychiatrisch. En de spanning wordt haar te veel en ze gaat dreigen. Als ze geen zekerheid krijgt, dan komt ze hem vanavond ophalen... Maar haar toestand is nu zo slecht dat dat echt niet mag gebeuren. Dan gaat het onder toezicht worden in plaats van vrijwillig. En dus veren we die avond bij elke auto overeind. 

Vader is er ook nog ergens. En hij mag niet in de buurt komen. Hij lijkt het niet te weten waar we wonen, maar garanties hebben we niet. We zijn op ons hoede. 
Met de kerstpost hebben we 's avonds regelmatig een auto die even stopt om iets in de bus te gooien. Dat is lastig, want geeft onrust. 
Er wordt om 9 uur aangebeld. Iemand brengt een kadobon voor vrijwilligerswerk.. Rachid wil de deur opendoen. Ik snauw hem weg. Nou ja, zegtie, doe niet zo ráár!! En hij heeft gelijk. Ik leg het hem uit. Zo zakelijk mogelijk. Geen paniek in de tent. 

Dan zitten we zondagavond in huis en verwachten niemand. Het is rond acht uur en er stopt een bus voor het huis. Yan gaat staan. Er stopt een bus, deelt hij mee. Er stapt een man uit, vervolgt hij. Mijn hart schiet in mn keel. Ik ren naar de bijkeuken, draai de deur op slot, laat de hond vrij en loop naar de voordeur. We hebben zo'n luikje, daar kan niemand door en dan die hond. 
Maar bij de voordeur staat Sam met een brede grijns en een wijdopen deur. Een man brengt de HelloFresh-box van de buren... 
Hij keek wat verbijsterd. Ik weet niet wat hij precies meekreeg. Voor ons was het duidelijk. Dit gaf wel aan dat er risico was en dat wij dat niet kunnen voorkomen. 

's Avonds hebben we kalm en rustig tegen elkaar gezegd dat we ondanks de hoop en de tranen enzovoort toch achter het besluit van Jeugdzorg zullen staan. 

En dan belt moeder vandaag. Ze is rustig en verstandig. We praten en ze geeft aan waarom hij bij ons moet blijven. En daar gaan we weer.... Want stiekem hopen wij dat ook, al zijn we nu wel zover dat we begrijpen waarom het beter is als hij elders verdergaat. Voor moeder zijn wij de beste plek. Vanuit haar standpunt gezien is dat ook zo. Maar welk risico nemen we dan? Kunnen wij een goede inschatting maken? 
We zijn er nog niet.

donderdag 17 december 2015

de invaller

Sam is erg gesteld op niet te veel wisselende mensen. Dus ik moet altijd thuis zijn en de eigen juf altijd op school. 
Ik ben inderdaad vrijwel altijd aanwezig, maar de juf heeft weleens een cursus of een overleg en dat is niet leuk, volgens Sam.

Van de week komt hij met hoogrode wangen uit school. Ik voel zijn hoofd en kijk hem eens goed in de ogen. Geen koorts, maar wel beetje vreemd gezicht. Ben je ziek? vraag ik. Nee, of misschien, maar de juf zei dat hij het zelf mocht weten of hij nog kwam. 

Ik krijg er geen hoogte van en bel de juf tussen de middag. Die is in bespreking. En dat weet Sam opeens ook en dan komt de aap uit de mouw. De juf zou er vanmiddag niet zijn, maar die andere. En dus is Sam ziek en gaat niet. Ik vind dat hij wel moet en dat hij niet ziek is. Ik moet met de baby naar het consultatiebureau en dan is Sam erbij niet heel handig. 

Maar hij is vastbesloten. Hij gaat niet. Geen jas en geen schoenen aan. Ik soebat en onderhandel en eindelijk zijn we zover dat we weg kunnen. Ik stel voor in ieder geval even te kijken of het echt wel zo is. 

Sam loopt naast me naar binnen en kijkt me met zwarte, beschuldigende ogen aan. Zie je wel! Die andere juf. Misschien is ze er maar een uurtje? probeer ik. Dat moet ik vragen. Nee, ze is er de hele middag. De eigen juf is er wel in een andere ruimte. Ook daar maar even kijken. En nu jas uit en hup die klas in. 

Maar dat gebeurt niet. Sam is woedend. Hij stampt de school uit en staat op het plein te spetteren van woede. Hij gaat niet!!! Andere juf probeert nog wat en nog een oude peuterjuf, maar Sam is zo ontzettend woedend en vastbesloten dat hij opeens naar de fietsen rent en wegspeert. 

Ik heb er de slappe lach van. Het is zo ontzettend grappig om die boze kop van Sam te zien. Als hij wegfietst, wordt het serieus. Ik schreeuw dat hij niet hoeft en kom maar terug. Dat doet hij niet. Op veilige afstand van school staat hij startklaar met zijn fiets. Ik met de maxicosy in de auto er achteraan. Het is een serieuze achtervolging. Hij laat zich niet pakken. 
Uiteindelijk heb ik hem toch. Hij gelooft me dat hij niet hoeft en stapt in. Fiets in de koffer en wij naar het bureautje. 

Daar is Sam een voorbeeldige grote broer. Terug in de auto vertelt hij baby wat een rotmevrouw het wel niet was die hem zo'n rotprik gaf. 
Als we in de buurt van thuis komen, deelt hij mee dat hij eigenlijk naar school wil. Ik breng hem er gelijk. Hij stapt uit de auto en zegt dat ik niet mee hoef te lopen hoor. Huppelend verdwijnt hij naar binnen. 

Bijzonder mens die Sam. 's Avonds aan tafel vertelt hij het zelf aan de rest. Het klinkt niet echt als een stoer verhaal, maar meer als iets wat hij dus gewoon niet pikt. Dat wordt nog wat voor hij in groep 8 zit... 
Als pleegvader gaat danken voor het eten, zegt Sam even nonchalant ertussendoor 'hé, uhh, bid maar even voor mijn juf hoor. Dat ze er morgen echt is."

zaterdag 5 december 2015

onverwacht

Vrijdagmiddag 5 uur gaat de telefoon. Of we een baby kunnen hebben van vier maanden. Het is crisis. Het kindje moet zo snel mogelijk naar een veilige plek. Dat wil ik. 

Er volgen een heleboel telefoontjes heen en weer. Het is een ingewikkelde kwestie. Ondertussen haal ik Sam op die op de bruiloft van zijn juf was. Halen we wat spullen uit de kast en van de vliering en wachten. 
Om 9 uur komt moeder samen met iemand het kind brengen. En om 10 uur zitten we suizebollend op de bank, terwijl er op de andere bank een aandoenlijk klein jongetje slaapt. 

Dit kwam helemaal totaal onverwacht. Nu zit ik uit te blazen na een heleboel hectiek. Hectiek rond de spullen op orde hebben, rond het kindje wat toch even moet wennen, rond de andere kinderen die ook meemoeten in deze molen. 

Het is goed gegaan. Hij slaapt en heeft een eigen kamertje. Wat er nog niet uitziet, maar dat maakt nu even niet uit. Vooral Sam en Yan zijn straalverliefd op het kleintje. Sam heeft me net geholpen met in bad doen. Hij noemt hem consequent 'zij', maar dat geeft niets. 

Vannacht zat ik om vier uur op de bank met hem. Hij keek me aandachtig aan en ik hem. Zag zijn vertederende blankheid waar de adertjes doorschemeren, zijn blauwe oogjes, een brede lach. Het is weer genieten zo in de stilte van de nacht in alle rust met hem en zijn fles. 

Het wordt spannend hoe het verder gaat. Moeder heeft hem vrijwillig afgestaan voor een periode. Ze is een lieve en goede moeder. Die er alles voor over heeft dat het haar kind goed gaat. Nu gaat het met haar niet goed en zij beseft dat haar kind nu niet bij haar kan zijn. Er staan ingewikkelde therapieën op stapel. Maar alles is vrijwillig. Moeders verstand heeft gekozen voor een pleeggezin, maar moeders gevoel is er ook nog. Dus we wachten af. En genieten per dag.